Artrose komt veel voor in het kniegewrichten. Artrose is niet te genezen, maar er zijn wel mogelijkheden om de klachten te verminderen. Daarbij kan de patiënt zelf ook veel doen. Artrose is een aandoening waarbij het gewrichtskraakbeen (de glijdende laag van de gewrichten) in kwaliteit achteruit gaat, dunner en zachter wordt. Door artrose raakt het kraakbeen beschadigd en gaat de kwaliteit achteruit. Het kraakbeen wordt ruw aan de oppervlakte. Op den duur kan het zelfs helemaal verdwijnen. Ook kan het bot rondom het gewricht veranderen door nieuwvorming van bot of zelfs cystes (met vocht gevulde holtes) vormen. Door de achteruitgang van de

kwaliteit van het gewrichtskraakbeen, wordt het gewricht minder belastbaar. Hierdoor protesteert het gewricht bij lichte belasting met steriele ontstekingsreactie (pijnklachten, warmte en zwelling).

Ontstaan van artrose

Over het ontstaan van artrose is nog veel onduidelijk. De kans op artrose kan vergroot worden door:

  • Hogere leeftijd: De kans op artrose neemt toe met de leeftijd.
  • Vrouwelijk geslacht: Artrose komt 2 x meer voor bij vrouwen als bij mannen.
  • Overgewicht.
  • Regelmatige overbelasting: Bijvoorbeeld bij mensen met een zwaar beroep of topsporters.
  • Erfelijkheid: In sommige families komt artrose meer voor door een erfelijke aanleg.
  • Gewrichtsschade: wanneer een gewricht door een ongeluk, blessure of aandoening schade heeft opgelopen,
  • is de kans op artrose groter.
  • Ook een ontstekingsaandoening in het gewricht, zoals bij reuma, kan artrose veroorzaken. Door zo’n
  • ontsteking wordt het kraakbeen aangetast. Doordat de gewrichtsdelen dan niet meer goed passend over elkaar
  • glijden, ontstaat er abnormale slijtage (artrose).

Symptomen

De klachten bij artrose kunnen heel verschillend zijn. De meest voorkomende klachten zijn stijfheid en pijn. Klachten kunnen apart of in combinatie met elkaar optreden. Naarmate de artrose zich verder ontwikkelt, neemt de ernst van de klachten vaak toe. Omdat de belasting op de knie afhankelijk is van de activiteit gaat fietsen vaak beter dan wandelen.

Pijn: Artrose begint vaak met lichte pijn in het gewricht die geleidelijk aan wat erger kan worden. De pijn zit meestal in het gewricht zelf, soms kan de pijn uitstralen naar het gebied rondom het gewricht. De pijn is vaak het hevigst na een periode van rust, bijvoorbeeld na het opstaan ’s morgens of na lang zitten. Dit wordt startpijn genoemd en dit verdwijnt meestal na een aantal minuten bewegen. Bij gevorderde artrose kan de pijn ook in rust en tijdens de nacht aanwezig blijven.

Stijfheid: Naast pijn hebben mensen met artrose vaak last van stijfheid. Dit treedt vooral op na een periode van rust, de zogenaamde startstijfheid of ochtendstijfheid. Door beweging verdwijnt deze stijfheid weer.

Bewegingsbeperkingen: In een latere fase van artrose van de knie lukt het niet meer om de knie volledig te strekken. Minder strekking leidt vaak tot verzwakking van het gewricht en de omliggende spieren. Daardoor kan het gewricht zijn stabiliteit verliezen en de spierkracht afnemen. Er ontstaat dan een gevoel van spierzwakte, waarbij het gevoel van door de knie zakken kan ontstaan.

Veranderende gewrichten: Artrose leidt vaak tot een zichtbare verandering in de gewrichten. Het gewricht kan breder worden, vervormen, een andere stand aannemen of er kunnen (pijnloze) uitsteeksels ontstaan. In een ver gevorderd stadium van artrose kan de stand van het kniegewricht veranderen in het naar binnen of buiten staan van knieën (zogenoemde X-benen of O- benen), waardoor ook de lichaamshouding verandert.

Overige symptomen: Bij mensen met artrose kan de knie toenemend gaan kraken bij beweging en eventueel blokkadeklachten vertonen. Tevens kan er een ontsteking van het gewricht ontstaan, waarbij de knie dikker, warmer en pijnlijker wordt en tijdelijk een afgenomen functie.

Vooruitzichten na de diagnose artrose

Hoe de aandoening verloopt, varieert per patiënt. Artrose is helaas niet te genezen en neemt vaak langzaam toe. U kunt wel iets doen om uw klachten te verminderen.

Diagnose

Wordt aangevuld.

Behandeling algemeen

Onderzoeken

Lichamelijk onderzoek

+

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum.

Radiologisch onderzoek

+

Radiologie of medische beeldvorming richt zich op het in beeld brengen en interpreteren van afwijkingen in het lichaam. Vroeger werd er voornamelijk gebruik gemaakt van röntgenstralen. De discipline is de laatste jaren zeer sterk gegroeid en omvat nu naast RX en CT, echografie en MRI.

Behandelingen

Leefstijladvies bij arthrose
+

Een goed, gezond lichaamsgewicht is belangrijk. Overgewicht leidt tot overbelasting van de knie. Een diëtist kan eventueel adviseren over het volgen van een bepaald dieet.

Ondanks de slijtage van de knie is het van belang om de knie in beweging te houden. Bij tijdelijke hevige klachten kan de knie wel even worden ontzien. Echter moet geprobeerd worden om zo snel mogelijk weer te gaan bewegen. Dit moet op een verantwoorde manier, zodat de knie niet wordt overbelast. Meestal gaat fietsen of zwemmen, waarbij de knie minder gewicht hoeft te dragen beter dan wandelen.

Eventueel kan bij het gebruik van een wandelstok het lopen bevorderen. Belastende bewegingen zoals traplopen en knielen kunnen het best zoveel mogelijk worden beperkt. Patiënte merken meestal zelf welke bewegingen de knie overbelasten, doordat er na de belasting klachten ontstaan.

PDF bestanden
No items found.
Kinesitherapie bij arthrose
+

Doordat de knie in een latere fase niet meer goed kan strekken kan er een mank stappatroon en doorzakken van de knie ontstaan. Een kinesist kan samen met de patiënt de activiteiten weer op een verstandige manier opbouwen. De kinesist helpt om een slecht stappatroon (mank stappen) te verhelpen en de knie weer beter te laten strekken, een kussentje onde de knie voor het slapen wordt daarom ook ontraden, omdat dan de strekbeperking alleen maar erger wordt. Fitness met zware gewichten is niet zinvol. Kinesisten kunnen middels het GLA:D programma de klachten van milde artrose leefbaar houden.

PDF bestanden
No items found.
Medicatie bij arthrose
+

Als bovenstaande onvoldoende effect heeft dan zijn pijnstillende en/of ontstekingsremmende medicijnen (NSAID’s) te adviseren. Er bestaan geen medicijnen die artrose kunnen genezen of remmen.

Slijtage van de knie kunnen een steriele ontsteking in de knie veroorzaken met pijn als gevolg. Ontstekingsremmers, zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac enz.  worden veel gebruikt bij de klachten van artrose. De werking is pijnstillend en ontstekingsremmend. Sommige mensen krijgen maagklachten bij het gebruik van deze medicijnen, waarbij er een tablet om de maag te beschermen voorgeschreven kan worden. Let op: Niet alle pijnstillers mogen in combinatie met andere geneesmiddelen gebruikt worden dus informeer hierover bij uw arts of apotheker.

Er zijn ook voedingssupplementen, zoals Glucosaminesulfaat of extract van de groenlip mossel. Het is niet bewezen dat dit artroseklachten kan verminderen maar toch hebben er veel mensen minder klachten tijdens dit gebruik. Er kan geadviseerd worden dit gedurende minstens 3 maanden te gebruiken om te kijken of u er baat bij heeft.

PDF bestanden
No items found.
Injecties bij arthrose
+

Corticosteroïden: Als systemische ontstekingsremmers ook onvoldoende effect hebben kan er ook een ontstekingsremmer (corticosteroïden) lokaal in u knie worden geïnjecteerd. Deze infiltraties werken vaak veel sterker dan de orale ontstekingsmedicatie. Omdat corticosteroïden ook een nadelig effect kunnen hebben op het kraakbeen mogen deze corticosteroïden maximaal 3 tot 4 keer per jaar worden geïnjecteerd.

Hyaluronzuurinjecties: Hyaluronzuur is een bestanddeel van gezond kraakbeen. Het is mogelijk om dit in de knie te spuiten. Het effect wisselt tussen patiënten: bij de één werkt het beter dan bij de ander. De injectie kan op de raadpleging door de orthopedist worden gegeven, waarna de patiënt gewoon  kan lopen en fietsen. Hierbij geldt het principe: baat het niet, schaadt het niet. Als het middel effect heeft, kan het vaker worden herhaald. Bij ernstige slijtage is deze behandeling minder succesvol.

PDF bestanden
No items found.
Arthroscopie bij arthrose van de knie
+

Dit betekent “kijkoperatie” van de knie en gebeurt via 2 kleine sneetjes aan de voorzijde van de knie. De indicaties voor een kijkoperatie bij slijtage zijn beperkt. Niet zelden hebben mensen, na een kijkoperatie bij artrose, toename van de pijnklachten na de operatie. Dit dient dus met terughoudendheid te worden verricht. Redenen voor een kijkoperatie bij slijtage kunnen zijn:

- Het verwijderen van een los stuk bot of kraakbeen bij blokkadeklachten.

- Een microfracture-behandeling van een ernstig lokaal kraakbeenletsel. Deze techniek is al jaren de gouden standaard voor de behandeling van een kraakbeenletsel. Dit werkt beter naarmate de patiënt jonger is en het letsel recent is. Hierbij worden, tijdens de kijkoperatie, gaatjes geprikt in het kale bot (artroseplek). Uit de gaatjes komen beenmergcellen die een littekenkraakbeen kunnen geven. De nabehandeling is langdurig (6 weken krukken, onbelast stappen) en het eindresultaat is pas te beoordelen na 1 jaar. De resultaten van de microfracture-behandeling zijn wisselend op de lange termijn.

- Alle overige kraakbeen behandelingen zijn grotendeels experimenteel en de lange termijnresultaten moeten nog worden afgewacht.

Standcorrectie been
+

Bij een eenzijdige (binnenzijde of buitenzijde) slijtage en een standafwijking (O-been of X-been) van het kniegewricht is het soms mogelijk om de stand van het been te veranderen (osteotomie) tot een neutrale beenas, zodat het pijnlijke gedeelte minder wordt belast. Tijdens de operatie wordt een wig gezaagd in het bot van het onderbeen (=tibiakop). De gecorrigeerde stand van het bot wordt behouden door een speciale titaniumplaat met schroeven.

De ziekenhuisopname duurt 2-3 dagen. Na de operatie wordt er direct gestart met kine voor staprevalidatie met 2 krukken. Dit is noodzakelijk voor 6 weken. Er mag gedeeltelijk op het geopereerde been steunen. Na 6 weken is het mogelijk om het been volledig te belasten.

Knieprothese
+

Bij artrose (slijtage van het kraakbeen) van de knie kan het aangetaste kraakbeen helaas niet vervangen worden door nieuw kraakbeen, wel kan het gewricht of een gedeelte van het gewricht vervangen worden door een prothese (kunstgewricht). De meest toegepaste techniek is de totale knieprothese, waarbij zowel het gedeelte van het dijbeen als het scheenbeen vervangen wordt door een metalen component waartussen een kunststof lager zit. Afhankelijk van de slijtage en andere factoren zoals bijvoorbeeld reuma, wordt ook de achterzijde van de knieschijf door een kunststof schijfje vervangen.

Dankzij de kunstknie krijgen patiënten een beter en actiever leven, waardoor ze ook weer actief aan sociale activiteiten en arbeid kunnen deelnemen. Meer dan 90 % van de patiënten met een totale knie prothese zal na de operatie de pijn kwijt zijn en een verbeterde beweeglijkheid van de knie ervaren. De kunstheup wordt weliswaar beschouwd als een van de meest, zo niet de meest succesvolle operatie van de laatste 50 jaar, echter de totale knieprothese heeft een inhaalslag gemaakt de laatste jaren, mede door verbeterde prothesen en betere technieken om de prothese te plaatsen. Zo heeft de kunstknie en heeft inmiddels het succes van de kunstheup benaderd. In de nabije toekomst zullen dan ook meer knieprotheses dan heupprotheses worden geïmplanteerd. Wereldwijd wordt er 85% tevredenheid van patiënten na plaatsing van een knieprothese aangetoond. Dit geeft ook aan dat 15% niet zo tevreden is. Vaak is dit omdat de knieprothese niet voldoet aan de verwachtingen die de patiënt  voor de operatie had. Belangrijk hierbij is vooral de indicatiestelling, tijdstip van operatie, goede uitleg en vooral realistische verwachtingen.

Totale knieprothese of gedeeltelijke prothese?

De meest gebruikte prothese is de totale knieprothese, die het geheel van kraakbeen van dijbeen en scheenbeen vervangt.

Wanneer alleen de binnen- of buitenzijde van de knie aangedaan is met verder nog goede banden, kan er besloten worden om een alleen dit gedeelte van de knie te vervangen met een halve knieprothese (ook wel hemi knieprothese of unicondylaire prothese genoemd).

Ook als alleen het kraakbeen van het gewricht tussen de knieschijf en het dijbeen aangedaan kan er gekozen worden om alleen dit gedeelte te vervangen met een zo genaamde patello-femorale prothese.

Techniek voor plaatsing van een knieprothese

De kniechirurgen van de associatie orthopedie in het Sint Trudo ziekenhuis gebruiken 3 verschillende technieken om een knieprothese te plaatsen.

Techniek 1

Traditioneel wordt het kraakbeen weg gezaagd van het dijbeen en het scheenbeen met behulp van een staaf die in of buiten de schacht van het bot wordt geplaatst, waarmee de knie handmatig kan worden uitgelijnd. Na het uitlijnen van de knie worden de zaagvlakken bepaald met behulp van richtinstrumenten en zaagblokken. Deze techniek is wereldwijd de meest gebruikte techniek en toont zeer goede resultaten aan.

Techniek 2

Sinds 2008 is het mogelijk om patiënt specifieke zaagmallen vóór de operatie te laten maken op basis van een scan die dan tijdens de operatie worden gebruikt om het kraakbeen weg te zagen. Op basis van deze zaagvlakken wordt te prothese dan geplaatst.

In de volksmond wordt dit dan "een prothese op maat" genoemd. Dit is niet correct, omdat eenzelfde prothese wordt geplaatst als bij de andere methoden, maar de mallen om de zaagvlakken te maken worden op maat gemaakt. Mede gezien de productiekosten bestaat een prothese op maat momenteel nog niet. De associatie orthopedie van Sint-Trudo ziekenhuis is één van de pioniers geweest van deze techniek.

Techniek 3

Sinds 2018 gebruiken we in Sint Trudo ook een robot geassisteerde techniek om het kraakbeen weg te zagen. Hierbij worden 2 pinnen in het dijbeen en 2 pinnen in het scheenbeen geplaatst, waarmee de robot kan uitlezen hoe de zaagvlakken moeten worden uitgevoerd, waarop de prothese zal worden geplaatst.

Ondanks dat de nieuwere technieken heel sterk gepromoot worden door technische bedrijven en orthopedisten blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat al deze methoden gelijkwaardig zijn aan elkaar wat betreft patiënttevredenheid na het plaatsen van een knieprothese.

Elke methode heeft zijn eigen voor- en nadelen en afhankelijk van de patiënt kan een van deze technieken worden toegepast.

De kniespecialisten van de associatie orthopedie in het Sint-Trudo ziekenhuis hebben ruime ervaring met al deze technieken en gebruiken per patiënt specifiek de juiste methode om een optimaal resultaat te behalen,zonder beïnvloed te zijn door de promotie vanuit technische bedrijven.

In tegenstelling tot de eerdere technieken is deze laatste techniek (robot-geassisteerd) momenteel nog in fase 3 klinische onderzoek, waarbij de klinische resultaten nog moeten bevestigd worden. Deze robot geassisteerde techniek wordt door de associatie orthopedie Sint- Trudo dan ook alleen gebruikt in specifieke gevallen als de indicatie aansluit op de techniek.

Uit ervaring blijkt dat de resultaten bij deze 3 technieken gelijkwaardig zijn naar tevredenheid van de patiënt. De voornaamste factoren naar eindresultaat, zijn vooral de indicatiestelling, verwachtingsmanagement en de zorgen voor en na de operatie met een goed pijnbeleid en revalidatie.

Vandaar dat Dr. Janssen en Dr. Mievis nu binnen het ziekenhuis een rapid recovery programma ontwikkelen waarbij er gestreefd wordt naar maximale zorg rondom het plaatsen van een knieprothese.

Wanneer is een knieprothese verstandig?

Wanneer ondanks alle andere behandelingen voor artrose er veel pijn en functiebeperking blijft bestaand, kan een knieprothese een goede oplossing zijn. Een graadmeter voor de ernst van pijn die een knie prothese verantwoordt, is pijn 's nachts en een loopafstand korter dan 10 minuten.

Hoe lang gaat een knieprothese mee?

De levensduur van een knieprothese varieert heel erg en is afhankelijk van meerdere factoren zoals het lichaamsgewicht, de activiteitsgraad en eventuele trauma’s. De prothese is bedoeld voor dagelijks gebruik. Een overbelasting door bepaalde sporten en overgewicht verkort de levensduur van de prothese. Als een knieprothese los gaat zitten of is versleten, kan een revisie totale knieprothese worden overwogen.

Hoe lang duurt een ziekenhuisopname voor een knieprothese?

In tegenstelling tot jaren geleden waarbij patiënten enkele weken in het ziekenhuis verbleven na een prothese van de knie is het tegenwoordig de bedoeling om na een knieprothese zo snel mogelijk in de eigen thuisomgeving of een omgeving die beter is ingericht voor revalidatie, verder te revalideren. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit leidt tot een beter voorspelbaar en sneller herstel na een knieprothese. U kunt de dag van de operatie in principe al stappen door de kamer met hulp van de kinesist. Er wordt gestreefd om na 3 dagen met ontslag te gaan

Hoe kan het herstel na een knieprothese worden bevorderd?

Een goede kniefunctie (strekken en buigen van de knie) vóór de operatie bevordert het herstel na de operatie. Fietsen en strekoefeningen zijn hierbij zinvol. Na de operatie gaat het herstelt sneller als de strekking van de knie goed wordt geoefend en er veel aandacht wordt besteed aan de manier van stappen (een symmetrisch stap patroon). Dit zal onder begeleiding gaan van een kinesist. Een knieprothese operatie vergt een actieve inzet met veel oefenen. De revalidatie na een knieprothese is de gulden middenweg zoeken: niets doen is niet goed, maar teveel doen is ook niet goed! Geduld is ook belangrijk. De knie geeft zelf aan als er teveel is gedaan en de knie overbelast raakt. Een jaar na de operatie is de eindsituatie bereikt.

Bepaalde factoren zoals de conditionele toestand van de patiënt, de psychische toestand van de patiënt, nevenaandoeningen en medicatiegebruik kan het revalidatieproces na een knieprothese beïnvloeden. Het is dan ook van belang deze factoren rondom de operatie te optimaliseren.

Kan men met een knieprothese sporten?

Een knieprothese is een “kunstknie”. Een knieprothese is gemaakt van speciale materialen die in de loop van de jaren wel kunnen slijten. Een knieprothese is bedoeld voor dagelijks gebruik, waarbij sporten als fietsen, wandelen en golf mogelijk zijn en zijn toegestaan. De levensduur van een knieprothese blijkt korter als mensen de knie fors belasten bij hardlopende of springende sporten (zoals hardlopen, zaalsporten, skiën en contactsporten). Naast dat deze zwaar belastende sporten vaak niet mogelijk zijn worden deze sporten ook niet geadviseerd om de levensduur van de prothese optimaal te houden.

Heeft een knieprothese ook beperkingen?

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de juiste verwachtingen belangrijk zijn voor de mate van tevredenheid na een knieprothese operatie. Negentig procent van de mensen heeft na een operatie geen artrosepijn meer. De mate van beweeglijkheid van de knie is, na een knieprothese, afhankelijk van uw eigen spieren. Knielen en hurken kunnen de meeste mensen na een knieprothese moeilijker. Een goede kniefunctie vóór de operatie leidt tot een betere beweeglijkheid van de knie na een kunstknie operatie. Het litteken van de operatie leidt tot een verminderd gevoel van de oppervlakkige huid aan de buitenzijde van de knie. Dit kan geen kwaad en heeft geen gevolgen voor de beweeglijkheid of functie van het been.

Mogelijke complicaties van de operatie

Wondinfectie

De kans op een infectie na het plaatsen van een knieprothese wordt ingeschat op 2 tot 4%. Twee tot 4 van de honderd geopereerde patiënten krijgt hier dus mee te maken. Wel is het zo dat individuele omstandigheden dit percentage kunnen beïnvloeden. Over het algemeen kunnen wondinfecties na  5-14 dagen na de ingreep zichtbaar zijn, soms later. Wondinfecties zijn zichtbaar door roodheid van de wond, pijn aan de wond en door temperatuursverhoging. Zo nodig wordt aanvullend onderzoek verricht, bijv. door het afnemen van bloed. Behandeling kan bestaan uit rust, observatie van de wond, toediening van antibiotica en soms zelfs een heroperatie. Hiermee wordt een infectie van de prothese geprobeerd te voorkomen.  

Als in de thuissituatie meer roodheid, een forse toename van pijn optreedt of u ziek/koortsig wordt, moet u contact opnemen met de het secretariaat Orthopedie. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de orthopedist van wacht.  

Het starten van antibiotica zonder gedegen onderzoek (oa. punctie van de knie) wordt zeer sterk afgeraden en kan de behandeling zeer nadelig beïnvloeden.

Nabloeding

De eerste 24 uur is de kans het grootst dat de wond nabloedt. Een drukverband is voor de eerste dagen al aangelegd. Bij veel bloedverlies of een nabloeding is soms een bloedtransfusie nodig om het tekort aan te vullen. Een tweede operatie is zelden noodzakelijk.

Trombosebeen

Alle patiënten die een knieoperatie ondergingen, hebben een kans op een trombosebeen. Hierbij ontstaat een bloedpropje in een van de beenaders. Het been wordt dan dik, pijnlijk en rood. Om dit te voorkomen krijgen patiëmtem vanaf de operatie bloedverdunnende medicijnen (injecties met Fraxiparine), tot 6 weken na de operatie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat extra compressiesokken hierbij geen toegevoegde waarde hebben.

Loslating

Knieprothesen hebben een beperkte levensduur en kunnen na 15-20 jaar door bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld een infectie of slijtage van de prothese) loslaten. In sommige gevallen gebeurt het ook eerder. Een nieuwe operatie is dan meestal noodzakelijk. Zeker 9 van de 10 patiënten hebben echter minimaal 10 jaar plezier van hun prothese.

Eén van de redenen van vervroegde loslating kan ook zijn dat er een sluimerende infectie aan ten grondslag ligt. Dit is een infectie die zich niet direct presenteert met heftige infectie symptomen, maar alleen met loslating van de prothese. Om een vroege loslating bij een eventuele revisie van de knieprothese, moet deze oorzaak dan ook steeds worden uitgesloten.

Verstijving

Soms maken patiënten heel sterk littekenweefsel aan binnen in de knie, waardoor de knie een forse functiebeperking blijft houden. Hierdoor kan het revalidatieproces fors worden vertraagd. In de meeste gevallen kan door intensiveren van de oefeningen met de kine en thuis uiteindelijk toch een goed resultaat worden verkregen. In uitzonderlijke gevallen kan er echter toch nood zijn om de knie te mobiliseren op de operatiekamer onder narcose .

Wanneer moet u contact opnemen met ons?

• Als u spontaan heel veel pijn krijgt;

• Als er ontstekingen rondom de wond of het litteken ontstaan;

• Bij koorts (>38,5gr C°).

Video

PDF bestanden
No items found.